Op 27 mei 2022 gaf Greta Riemersma een workshop over interviewen. Aan de zeventien aanwezige wetenschapsjournalisten vertelde ze hoe zij geïnterviewden ertoe beweegt een open en eerlijk gesprek met haar te voeren; het PR-praatje voorbij. In dit verslag delen we Greta’s tips en technieken om meer uit je interviews te halen. Een must voor portretterende interviews, maar zeker ook toepasbaar in een meer wetenschappelijke setting.

Tekst: Jessica Brussee

De basics van het interviewen slaan we vandaag over. We gaan direct voor het grotere graafwerk. Hoe haal je meerwaarde uit een interview en verleid je de geïnterviewde tot een echt gesprek? Hoe prik je door het van tevoren ingestudeerde PR-verhaal heen? “Iedereen die je spreekt vertelt een PR-verhaal over zichzelf”, vertelt Riemersma. “Allereerst houden we, zeker tegenover onbekenden, de schone schijn op. Daarnaast bereiden de meeste mensen zich voor op wat zij wel en niet willen zeggen tegen een journalist. Tot slot heeft een aantal geïnterviewden, zoals politici, ceo’s en soms ook wetenschappers, in een mediatraining geleerd om vooral hun eigen verhaal voor het voetlicht te brengen. Het is de kunst om door dat PR-verhaal heen te prikken. Een goed interview gaat verder dan een van tevoren ingestudeerd verhaal.”

Een goede voorbereiding

Tijdens de workshop bespreken we drie fasen van een interview: de voorbereiding, het gesprek en het schrijfproces nadien. Een goede voorbereiding is één van de belangrijkste dingen die je kunt doen voor een succesvol interview, aldus Riemersma. Allereerst is het fijn voor jezelf. Je bent beter in staat om door te vragen, maar ook om onzin te pareren. Daarnaast is het een teken van interesse richting de geïnterviewde. Je laat zien dat je de moeite hebt genomen om je vooraf in zijn of haar situatie te verdiepen. Scan daarom van tevoren goed je kandidaat.

Lees veel over de persoon en het onderwerp waar hij of zij zich mee bezighoudt. Wat zeggen vakgenoten over het boek, de film of het onderzoek van de geïnterviewde? Praat ook met mensen in de omgeving van de geïnterviewde. Probeer erachter te komen wie de interviewkandidaat is, wat hem of haar beweegt en welke ontwikkelingen hij of zij doormaakt(e).

Probeer vooraf ook een inschatting te maken: kan deze persoon een groot interview aan? Kijk zo mogelijk wat filmpjes op YouTube. Hoe praat iemand? Soepel en vlot, of gaat het stroever? Is de geïnterviewde bereid om af te wijken van het vaste pad en los te komen van formele beleidstaal?

Bedenk waarom je iemand wilt spreken en wat voor soort interview hier het beste bij past. Het ene uiterste is een zakelijk nieuwsinterview, het andere uiterste een diepgaand portretterend interview. Daar tussenin zitten nog vele varianten. Bedenk van tevoren wat voor soort interview je wilt houden. En houd in gedachten: elk interview wordt beter van een persoonlijke noot. Ook in een gesprek met een wetenschapper is het interessant om te weten wat iemand beweegt om te doen wat hij of zij doet. Zo interviewde Riemersma wetenschapper Robbert Dijkgraaf. Expliciet niet over de snaartheorie (“Je moet je grenzen kennen”), maar over de waarom-vraag. Waarom doet hij wat hij doet? Hoe komt hij tot keuzes in zijn carrière en privéleven?

Als iemand toestemt in een interview, is dat voor deze persoon ook een soort commitment, leerde ze van Ischa Meijer. Het wordt alleen een succes als beide partijen meebewegen. Over dat meebewegen leerde Riemersma veel in de praktijk. Zo sprak ze eens met een schrijfster die over niets anders wilde praten dan haar boek en afhaakte zodra er een pijnlijk onderwerp uit haar privéleven ter sprake kwam. Het maakte het onmogelijk om een diepgaand en persoonlijk gesprek te voeren. Toen Riemersma dit ter sprake bracht, gaf de vrouw een verrassend antwoord. “Journalisten willen altijd over dat onderwerp praten”, zei ze. “Jullie boren het aan, gaan weer weg en laten mij gebroken achter.” Het was een spiegel voor Riemersma. Ook de journalist moet een beetje meebewegen. Met dit in het achterhoofd, en na een kop thee, verliep het gesprek soepeler en werd het alsnog een mooi interview.

Ga in een langer interview liever diep in op een paar onderwerpen dan oppervlakkig op heel veel onderwerpen. Die onderwerpen kunnen feiten zijn, maar ook thema’s uit iemands leven. Bedenk van tevoren bij elk onderwerp een groepje vragen en zet deze groepjes in een logische volgorde. Zeker bij iemand die niet gewend is aan journalisten en de media is het slim om breed te beginnen met algemene, niet-gevoelige onderwerpen. Laat iemand eerst zijn of haar eigen verhaal vertellen. Wil je dieper graven? Blijf dan niet te lang hangen bij de feitelijke inhoud, die moet je liefst al kennen. De eerste vragen gaan over ‘de zaak’; het boek, de film, het onderzoek. Maar ga vlot daarna het debat aan. Wat beweegt de geïnterviewde om te doen wat hij of zij doet? ‘Trechter’ de vragen gaandeweg steeds verder zodat je na een poosje, als de geïnterviewde aan je gewend is, ook gevoelige onderwerpen of kritiek kunt bespreken. Raakt je geïnterviewde door een specifiek onderwerp geïrriteerd en wil hij of zij niet meewerken? Laat het voor dat moment even rusten en kom er later nog eens op terug.

Geef nooit van tevoren al je vragen prijs, is een ander advies. Verwachtingsmanagement is prima, maar houd het globaal. Vertel bijvoorbeeld dat je het wilt hebben over iemands werk én privéleven, maar geef niet alles al weg.

Denk tot slot ook na over de plaats waar je het interview wilt houden. Kies je een omgeving die voor de geïnterviewde van betekenis is? Dan kun je in je verhaal ook iets over deze omgeving beschrijven. Dit zegt iets over de geïnterviewde en geeft je verhaal kleur.

Een goed gesprek

Het tweede moment waarop je je interview kunt beïnvloeden is natuurlijk tijdens het gesprek zelf. De rol van de interviewer is hierbij cruciaal. Door je voorbereiding weet je welke thema’s je wilt bespreken. Nu is het zaak verder te komen dan het ingestudeerde PR-verhaal, zodat er een authentiek beeld van de geïnterviewde ontstaat.

Laat de geïnterviewde vergeten dat hij of zij in een interview zit, een toneelstukje. Hoe meer het interview lijkt op een echt gesprek, hoe meer de geïnterviewde van zichzelf laat zien. Toon oprechte nieuwsgierigheid en stel de geïnterviewde op zijn of haar gemak, adviseert Riemersma. Het kan ook best spannend zijn om geïnterviewd te worden. Zoek naar iets gezamenlijks om het gesprek mee te beginnen, toon oprechte aandacht en laat je verrassen door de antwoorden. Probeer, zonder zelf de regie te verliezen, tot een prettig gesprek te komen. “Win die ander voor je!”

Maar blijf ondertussen wel kritisch op wat er wordt gezegd. Klopt het wat de geïnterviewde zegt? Kun je er iets tegenin brengen? Hier boog je weer op je goede voorbereiding. Wees je bewust van je rol als advocaat van de duivel. Je moet toch ‘de rotvraag’ stellen. Maar je kunt hem wel op verschillende manieren inkleden. Je kunt kiezen voor de confrontatietechniek van wijlen Willibrord Frequin. Maar ook voor een vriendelijker benadering, die Riemersma zelf prettiger vindt. Daarin maakt zij expliciet dat ze ook kritisch wil zijn op het verhaal. “Ik moet ook even advocaat van de duivel spelen… Mag ik je vragen…”.

Zorg ook dat de informatie die je krijgt concreet is. Vraag om bronnen of getallen die beweringen staven en ga niet mee in wollige taal of jargon. Vertaal het verhaal van de geïnterviewde in je hoofd of vraag op de man af: “Wat wilt u nu eigenlijk zeggen?”

Stel open vragen, luister goed naar het antwoord en vraag door. Laat eens een stilte vallen en wissel een verwachtingsvolle blik uit. Laat niet teveel persoonlijke goed- of afkeuring zien. Prikkelende vragen om iemand wat uit de tent te lokken kunnen best, maar schofferen is niet Riemersma’s stijl. Een grap helpt soms wel. Heb ook oog voor non-verbale signalen, en benoem deze eventueel.

Neem de tijd voor het interview. Het ingestudeerde verhaal krijg je tijdens het eerste half uur. Interview daarom wat langer! En spreek aan het einde van het interview af dat, mocht bij het uitwerken blijken dat je nog wat informatie mist, je daar achteraf nog even op terug mag komen. Tot slot: zeg nooit toe dat mensen achteraf dingen uit een verhaal mogen verwijderen die tijdens het interview gezegd zijn. Uiteraard mag de geïnterviewde het uitgewerkte verhaal wel controleren op feitelijke onjuistheden.

Een goede uitwerking

De laatste stap in het interview is de uitwerking. Daarvoor zijn grofweg drie vormen. Allereerst kun je de tekst uitwerken als vraag en antwoord. Een vorm die, aldus Riemersma, de laatste tijd sterk wint aan populariteit. Dit vraagt wel een extra goede voorbereiding, omdat je nóg beter moet nadenken over de volgorde waarin je de vragen stelt. Daar kun je bij deze vorm achteraf minder mee schuiven. Een andere optie is een beschrijvende tekst, waarin je samenvat wat de geïnterviewde heeft gezegd, met een aantal citaten. Tot slot kun je de tekst, als de geïnterviewde een heel goed verhaal heeft, als monoloog opschrijven. Welke vorm je kiest bepaal je soms vooraf, maar dat hoeft niet per se. Het hangt ook af van je materiaal. Een vraag-antwoord-vorm is vooral mooi als er wat discussie is.

Zorg bij het schrijven voor een goede spanningsboog, raadt Riemersma aan. Bouw het verhaal op door aan het begin een stukje (niet-essentiële) informatie weg te laten, zodat je later tot een soort ontknoping kunt komen. Hint hier alvast naar. Vervolg met de actie, welke overgaat in de ontknoping. Beschrijf zo mogelijk een proces of ontwikkeling, dat helpt bij het opbouwen van de spanningsboog. Er moet gaandeweg iets duidelijk worden. Bijvoorbeeld waarom iemand doet wat hij doet, of vindt wat hij vindt. Laat de drijfveren zien. Dat geeft ook voor de lezer een prettige ervaring. De ontknoping zelf hoeft overigens niet over ‘bommen en granaten’ te gaan. Het kan ook iets ‘kleins’ zijn, bijvoorbeeld dat iemand tot een bepaald inzicht is gekomen. Na de ontknoping rond je het verhaal af. Dat moet niet te lang duren.

Een authentiek verhaal

Alles bij elkaar laat Riemersma ons zien hoe je empatisch én kritisch een goed gesprek kunt voeren. Haar tips geven ons handvatten om door het PR-verhaal heen te prikken en een authentiek verhaal boven water te krijgen.