Bessensap 2014 brak met tradities. Het jaarlijkse evenement ‘where science meets press’ verhuisde naar Utrecht, werd gehouden op een vrijdag (6 juni) en de ‘gewone’ presentaties — het hart van Bessensap — werden twee keer zo lang. Gelukkig was de opkomst weer uitstekend, de sfeer prima en het niveau van de praatjes leek inderdaad gestegen.
door Jim Heirbaut
Na een aantal jaren in het Museon te Den Haag te hebben gebivakkeerd, vond Bessensap 2014 voor het eerst plaats in het Media Plaza in Utrecht, in het gigantische Jaarbeurscomplex. Organisatoren NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en VWN (Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie Nederland) kozen voor deze verhuizing om voor bezoekers vanuit heel Nederland goed bereikbaar te zijn. Het aantal bezoekers was met ruim 300 mensen vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Een tweede, meer inhoudelijke, verandering die werd doorgevoerd, was het verlengen van de algemene presentaties van tien naar twintig minuten. De afgelopen jaren was een veelgehoorde kritiek geweest dat de toehoorders van een praatje ietwat onbevredigd de zaal hadden moeten verlaten. Tien minuten bleek niet genoeg voor de sprekers om de vaak complexe onderwerpen goed en grondig te behandelen. De spreektijd werd verdubbeld. Een geslaagde verandering, zo bleek tijdens de presentaties die uw verslaggever bijwoonde. De flink langere praatjes van dit jaar gaven de onderzoekers goed de ruimte om wat dieper op hun onderzoek in te gaan. Ook was er meer ruimte voor vragen vanuit de zaal.
Kouwenhoven’s keynote
Hoogleraar nanofysica Leo Kouwenhoven van de TU Delft had de eer om als keynotespreker op te treden. Dat deed hij in de grote zaal (‘Polar’) van het Media Plaza, op een podium midden in de zaal, dat aan vier kanten omringd werd door publiek. Daardoor begon de Spinozawinnaar van 2007 ietwat onwennig aan zijn verhaal, want in welke richting hij ook keek, steeds stond hij met zijn rug naar een deel van het publiek. Maar al snel was hij eraan gewend om langzaam ronddraaiend te praten en dankzij zijn enorme vakkennis en een dosis droge humor kreeg hij het publiek al snel goed mee. Dat leerde al snel alles over de verstrengeling (‘entanglement’) van twee atomen en dat dit mogelijk een geschikte manier wordt om informatie over afstand te versturen (teleportatie). Instantaan welteverstaan, dus zonder tijdsverlies. Het zal nog wel enige decennia duren voordat deze techniek breed wordt gebruikt, maar: “teleportatie is bij uitstek ook geschikt voor het superveilig versturen van data. Je kan een signaal namelijk niet afluisteren zonder het te beïnvloeden”, hield Kouwenhoven zijn toehoorders voor. “Dit zal de basis vormen voor een inherent veilig internet, een kwantuminternet.” Over een jaar of tien is het zover, schat Kouwenhoven.
Ongemeen optimistisch
Er is in Nederland één kankeronderzoeker die bekend staat om zijn ongemeen optimistische toekomstvoorspellingen: René Bernards van het Nederlands Kanker Instituut (NKI). In De Wereld Draait Door voorspelde hij vorig jaar dat kanker over een jaar of twintig een chronische ziekte zou zijn geworden. Samengevat: we begrijpen de ziekte nu zodanig goed, dat het beheersbaar maken van kanker slechts een technologisch probleem is, dat met voldoende financiële middelen in afzienbare tijd opgelost kan worden.
Op Bessensap ging Bernards hierover voor publiek in discussie met internist-oncoloog Rianne Oosterkamp. Een uitstekend idee, want juiste deze groep artsen heeft de dag na zo’n televisie-uitzending te maken met de vragen van doodzieke patiënten op het spreekuur. Die zitten ofwel met nieuwe (valse) hoop ofwel met de frustratie dat zo’n nieuwsbericht van Bernards wel lekker klinkt, maar dat zij er niets meer aan zullen hebben.
Toch wilde de discussie op Bessensap niet echt knallen. Het vakjargon vloog regelmatig door de zaal en soms leek het alleen maar te gaan over overlevingspercentages. De bottom-line bleek te zijn dat Bernards een rasoptimist is, die vindt dat met enige regelmaat optimistische geluiden over kanker nodig zijn om de fondsenwerving te helpen. “Je moet reële voortgang in het onderzoek laten zien. Je wil mensen het redelijk perspectief geven dat we binnen één generatie dit probleem hebben opgelost.”
Live-interview
Geheel nieuw in het programma was een live-interview tijdens de lunchpauze, verzorgd door de VWN. Deze eerste editie kreeg mee als titel ‘Aardgasbaten vs. aardbevingen; het dilemma van Groningen’. Freelance wetenschapsjournalist Arnout Jaspers ging het gesprek aan met prof.dr.ir. Anton van Putten, directeur van ingenieursbureau AnMar. Die had flink gerekend aan de data van de aardbevingen in het noorden, genomen over de afgelopen decennia. Daaruit trekt hij de conclusie dat het minderen van de boringen op bepaalde plekken — hetgeen minister Kamp van plan is — geen zin heeft. Of correcter: ‘niet direct resultaat oplevert’. Want bij het leegpompen van de gasreservoirs is een kritische grens gepasseerd, zodat ook bij verminderde boringen de aardlagen onder Groningen zich nog lange tijd zullen blijven zetten. De komende jaren zullen dus steeds meer en steeds heviger bevingen voorkomen.
Interviewer Jaspers had zich uitstekend ingelezen en Van Putten werd dan ook vakkundig ondervraagd. Dit leverde een informatieve sessie op voor het publiek, dat zaal Flash bijna helemaal had gevuld. Wanneer Van Putten wat dreigde af te dwalen, hield Jaspers hem bij de les. Zinnen van de hoogleraar met iets te veel vakjargon vatte Jaspers goed voor het publiek samen in hapklare brokken. Van Putten kwam trouwens niet weg zonder een aantal pittig kritische vragen vanuit het publiek. Die spitsten zich met name toe op het feit dat de professor alleen statistiek had bedreven op aardbevinkjes in het verleden, zonder zich daarbij te bekommeren om de fysica van wat er onder het maaiveld gebeurt in Groningen.
Spinozalaureaten 2014
Een dag vol informatie, aantrekkelijke presentaties en laagdrempelig netwerken werd — zoals elk jaar — afgesloten met de bekendmaking van de Spinozalaureaten van 2014. Het publiek keerde hiervoor massaal terug in grote zaal Polar, maar nu in ouderwetse opstelling, met een podium en rijen stoelen ervoor. De winnaars werden één voor één bekendgemaakt en naar voren geroepen. De gelukkigen waren dit jaar Dirk Bouwmeester, Mark van Loosdrecht, Theunis Piersma en Corinne Hofman. Wat hun onderzoek inhoudt, is prima beschreven in een persbericht van NWO.