Maandag 28 oktober was de VWN te gast bij AMOLF op het Science Park in Amsterdam. Bastiënne Wentzel schreef het verslag.

Tijdens de toespraak werd goed opgelet en meegeschreven. Foto: Esther Thole

Bij AMOLF houden ze van efficiëntie. Tien minuten inlooptijd, net genoeg om iedereen een handje te schudden en een kop koffie te nemen. Dan steekt directeur Huib Bakker direct van wal.

We zijn uitgenodigd door AMOLF ter gelegenheid van hun 70-jarig bestaan en omdat ze graag hun onderzoek aan journalisten laten zien. Een bezoek van de VWN was alweer even geleden, vertelt communicatiemedewerker Petra Rodriguez, maar meer over 70de geschiedenis van AMOLF krijgen we niet te horen. Wel dat er zo’n 200 mensen werken waarvan ruim de helft onderzoekers. Dat betalen ze van 60% NWO-geld en 40% extern geld waaronder van bedrijven. Het budget bedraagt in totaal bijna 17 miljoen euro per jaar.

Deze getallen horen we pas later. Eerst moeten we goed opletten als Huib Bakker direct de natuurkundige diepte in gaat. Hij laat een tetraëder zien met de vier onderzoeksspeerpunten van AMOLF: nanophotonics, nanophotovoltaics, designer matter en living matter. Het gaat hier duidelijk om fundamenteel onderzoek maar het valt in de loop van de dag op dat alle sprekers hun best doen de wetenschap te linken aan de praktijk.

Vier speerpunten

Het eerste van de speerpunten, nanophotonics, gaat over licht, hoe je dat kunt waarnemen, meten en manipuleren bijvoorbeeld om schakelingen op chips sneller te maken. Nanophotovoltaics onderzoekt de fundamenten van zonnecellen. Door die processen beter te begrijpen kan licht efficiënter worden omgezet in elektriciteit. De wetenschappers op het gebied van Designer matter onderzoeken de natuurkundige principes achter bijzondere materiaaleigenschappen, zoals materiaal dat niet uitzet maar juist indeukt als je er op drukt. Living matter tot slot is wat het lijkt: het onderzoeken van de natuurkunde in levende systemen.

Kleuren in de natuur worden niet altijd veroorzaakt door pigment; soms ontstaan ze door bijzondere structuren die het licht breken. Foto: Esther Thole

Dat laatste is onderwerp van de lezing van Jeroen van Zon. Hij laat zien hoe natuurkundigen de groei van darmcellen in een organoïde (een stukje gekweekt darmweefsel) analyseren. Ze verzamelen data over welke cellen wanneer en waar delen. Uit de analyse daarvan kun je iets leren over hoe de verschillende typen darmcellen differentiëren. Want daar is nog weinig over bekend.

Labtour

Na de lezingen volgt de labtour langs zes onderzoekers in verschillende disciplines. Zonder uitzondering zijn ze razend enthousiast over hun werk en kunnen er helder over vertellen in begrijpelijke taal. Bijzonder vond ik dat sommigen onderzoek met ons deelden dat nog niet gepubliceerd is. Of we alsjeblieft een embargo in acht willen nemen.

Zes verhalen is veel, als je ze allemaal wil weten raad ik je aan om eens langs te gaan bij AMOLF. Ze doen er interessant onderzoek en realiseren zich hoe belangrijk het is om dat goed voor het voetlicht te brengen voor een groter publiek.

Even testen hoe het is om in zo’n superschone drukkast te werken. Foto: Esther Thole

Golfplaten

OK, ééntje dan die in mijn hoofd is blijven hangen. Anne Meeussen onderzoekt de fysica van metamaterialen. Dat zijn materialen die zich anders gedragen dan je verwacht. Het klassieke voorbeeld is een rubber blok met gaten erin. Druk je het blok aan de bovenkant in, dat verwacht je dat het uitdijt aan de zijkanten. Maar dat gebeurt niet, als je de juiste gaten maakt. De zijkanten deuken ook in. Anne laat haar nieuwste metamateriaal zien: Blaadjes van plastic die zich nog het best laten omschrijven als kleine golfplaten. Door aan de hoekpunten te trekken krult het materiaal op. Door op een ‘golf’ te duwen deukt het in. Ze legt uit dat de natuurkunde en wiskunde achter deze vervormingen nog heel onbekend is, hoe voor de hand liggend het ook lijkt. Toepassingen zijn er, bijvoorbeeld op het gebied van zelf-vouwende materialen, maar daar gaat het Anne eigenlijk niet om. Zij wil vooral snappen hoe het werkt.