Als elk voorjaar de akkers oranje kleuren, laait de discussie weer op. Is het gebruik van glyfosaat, het bestrijdingsmiddel dat hiervoor verantwoordelijk is, wel veilig? Is het kankerverwekkend of niet? Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in Ede houdt zich dagelijks bezig met dergelijke vragen. Welke rol speelt wetenschap en communicatie in hun werk? Op donderdag 7 april ging zeven VWN’ers op bezoek om het antwoord te horen.

Tekst: Marcel Wortel

“Het is een ingewikkeld proces,” zegt Maarten Klunder, teamleider bij het Ctgb. “Bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen is het laveren tussen veel richtlijnen en procedures.” Duidelijk is dat de beslissing om een nieuw middel op de markt toe te laten, niet lichtzinnig genomen wordt. Om terug te komen op glyfosaat: de toelating daarvan in 2017 was voor een periode van vijf jaar. Eind dit jaar valt het besluit of de stof ook na 2022 gebruikt mag worden. “Bij de beoordeling van een middel nemen we alle op dat moment beschikbare kennis mee, “zegt Klunder, “maar door voortschrijdend inzicht kan het altijd zijn dat een we beoordeling moeten heroverwegen.”

Stoffen en middelen

Voor het vervolg van dit verhaal is het goed om onderscheid te maken tussen werkzame stoffen en de daarvan afgeleide middelen. Glyfosaat is een werkzame stof. N-(fosfonomethyl)glycine om precies te zijn. Hiermee kan een middel gemaakt worden, zoals het bekende Roundup. De Europese commissie besluit over de werkzame stoffen. De afgeleide middelen worden per lidstaat beoordeeld. Het Ctgb gaat dus alleen over de toelating van middelen in Nederland. “En dan gaat het ook alleen maar om de vraag of een middel op de markt mag komen,” benadrukt Klunder, “de vraag of we een veilig middel ook echt willen gebruiken, is aan de politiek om te beantwoorden.”

Beoordelen

Jaarlijks passeren zo’n 150 aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden (zie kader) bij de medewerkers van het Ctgb. Bij elke aanvraag kijken zij naar een aantal punten. Wat is bijvoorbeeld de chemische samenstelling van het middel? Is de verpakking deugdelijk? Welk risico heeft het middel voor gebruikers en omstanders? Op basis van een advies van de Ctgb-medewerkers neemt het college, bestaande uit negen experts op het gebied van landbouw, milieu en gezondheid, een besluit. Ongeveer de helft van de middelen wordt volgens de aanvraag toegelaten, bij de rest brengt het Ctgb vaak nog wijzigingen in het gebruiksvoorschrift aan. Een klein deel van de aanvragen wordt afgekeurd.

Eigen onderzoek

“De manier waarop we middelen toetsen, is op Europees niveau vastgelegd,” zegt Klunder, “maar we doen ook zelf modelmatige beoordelingen en bekijken monitoringsgegevens uit bijvoorbeeld grond- en oppervlaktewater. Elke tien jaar wordt een middel standaard opnieuw bekeken. Op basis van nieuwe kennis kan het zijn dat we moeten ingrijpen bij een middel dat al is toegelaten. Bijvoorbeeld als het gaat om de neurodegeneratieve effecten van bestrijdingsmiddelen. Daar wordt nu steeds meer over bekend. Ook hebben we veel aandacht voor de milieu-effecten van middelen, zoals het verband tussen het gebruik van neonicotinoïden en insectensterfte.”

Risico en gevaar

Communicatie speelt een belangrijke rol in het werk van het Ctgb, legt communicatieadviseur Hans van Boven uit. “Als wij een beoordeling geven van het risico van een middel, wil dat niet meteen zeggen dat het middel gevaarlijk is. Maar voor veel mensen is risico hetzelfde als gevaar. Zeker als er veel media-aandacht is voor een middel. Onze verantwoordelijkheid is dan ook om zo open mogelijk te zijn over onze afwegingen. En over de onzekerheden waar we mee te maken hebben. We kunnen onmogelijk alles weten over een middel, maar proberen wel duidelijk te maken dat we werken volgens de laatste stand van de wetenschap.”

Uit de wind

De Ctgb-medewerkers kunnen hun werk doorgaans in alle rust uitvoeren, vertelt Van Boven tijdens de borrel. “We hebben ongeveer vijf tot zeven interviewverzoeken per jaar, voornamelijk van vakbladen.” Daarbij komen medewerkers nooit met naam en toenaam in de krant, vult Klunder aan: “Dat doen we ook met het oog op veiligheid, we willen niet dat mensen bij individuele medewerkers verhaal gaan halen als de toelating van een middel hen niet bevalt.” De kans hierop is overigens niet groot. De aanvraag van een goedkeuring is erg duur en de aanvragers zijn zelf verantwoordelijk voor de kosten. Zij hebben er dus alle belang bij dat het Ctgb het werk ongestoord kan doen.


Gewasbeschermingsmiddel of biocide, wat is het verschil?
Een gewasbeschermingsmiddel is specifiek bedoeld voor toepassing bij landbouwgewassen. Dan kun je denken aan onkruidverdelgers, maar ook aan middelen om de groei te beïnvloeden of de kieming van zaden af te remmen. Een biocide is een middel om ongewenste organismen te doden, zoals desinfecterende handgel, of de mierenlokdoos in je keuken.