Door Mischa Brendel

De mist is op vrijdagochtend 1 december nog niet helemaal opgetrokken wanneer wij ons verzamelen bij ASTRON in het Drentse Dwingeloo. Voor optische telescopen wellicht een hindernis, maar voor de radiotelescopen die ASTRON beheert geen enkel probleem. Koud is het wel en daarom zijn we dankbaar dat we de dag binnen mogen beginnen, waar onze voorlichting start met een korte inleiding van ASTRON-directeur Carole Jackson. Waar het Nederlandse instituut voor radioastronomie naar zoekt? Simpel, stelt Jackson: ‘The cradle of life.’

De telescoop van Astron te Dwingeloo. Foto: Vincent van den Hoven / Astron

Het onderwerp van de zoektocht is dan misschien simpel te noemen; de wijze waarop dit gebeurt verre van. Maar waarom aan de hand van radiogolven zoeken naar het antwoord op deze, zeer ruime vraag? Omdat die zeeën aan informatie bevatten. Informatie die je wel moet kunnen ontvangen en verwerken. De upgrade van de Westerbork-schotelantennes (Apertif), zodat deze veel meer van de sterrenhemel af kunnen speuren naar signalen, is slechts een van de wijzen waarop ASTRON dit doet, vertelt dr. Michiel van Haarlem. Hij is directeur van het SKA-project in Nederland.

SKA (Square Kilometre Array) moet de grootste radiotelescoop ter wereld worden, met locaties in Australië (SKA-Low) en Zuid-Afrika (SKA-Mid). Het is een ongekend grootschalig project. Niet alleen vanwege de hoeveelheid radioantennes en het aantal landen dat hieraan deelneemt, maar vooral ook vanwege de hoeveelheid data die SKA gaat opleveren: circa 157 terabyte per seconde! Een van de faciliteiten die er in Nederland gebouwd zal worden om al deze data te kunnen verwerken, is het Science Data Centre. Het is de bedoeling dat elk land dat deelneemt aan SKA zo’n datacentrum zal bouwen.

Maar eerst krijgen we nog een rondleiding door de faciliteit, waarbij de eerste stop is JIVE, het Joint Institute for VLBI ERIC en dr. Huib Jan van Langevelde, hoofd van JIVE, de nodige uitleg geeft. In een notendop gaat het hier om het verzamelen en het desgewenst aanbieden van radioastronomiedata van over de hele wereld; in essentie betreft het een data- en rekencentrum.

De rondleiding vervolgt en doet onder andere diverse testlabs van de R&D-afdeling aan, waar dr. Gert Kruithof, hoofd R&D bij ASTRON een en ander aan producten in ontwikkeling laat zien en uitlegt wat voor rol ASTRON onder meer speelt op het gebied van valorisatie: allerlei nieuwigheden op het gebied van data-overdracht en -verwerking vinden hun weg uiteindelijk naar de markt.

Dan volgt een stop in de controlekamer van LOFAR, momenteel de grootste radiotelescoop ter wereld. In Dwingeloo huist dan wellicht de controlekamer van dit radiotelescoopnetwerk, maar de antennes bevinden zich in clusters over de hele wereld. Een van die clusters staat in het nabijgelegen Exloo, waar we aan het eind van de dag een bezoek aan zullen brengen.

Na deze indrukwekkende rondleiding met een overvloed aan informatie volgt een smakelijke lunch, vergezeld van een drietal presentaties van radioastronomieonderzoeken die momenteel lopen. Zo leren we over de rol van pulsars (‘kosmische klokken’, zoals Gemma Janssen het verwoordt) in de zoektocht naar zwaartekrachtgolven, vertelt Jason Hessels over zijn onderzoek naar radioflitsen (vergelijkbaar met gammaflitsen) en legt Betsey Adams uit hoe je aan de hand van neutraal waterstof ook sterrenarme regio’s in het heelal in kaart kan brengen. Allemaal dankzij de radioastronomie.

Na deze drie presentaties mogen de journalisten los en de ASTRON-onderzoekers het vuur aan de schenen leggen in een meet & greet (of andersom, want de wetenschappers blijken ook zeer geïnteresseerd in het journalistenvak) en daarna is het tijd om de laarzen aan te trekken en de kou te trotseren om in de drassige velden van Exloo het wonder van LOFAR met eigen ogen te aanschouwen.

Na een autorit van zo’n drie kwartier komen we op de plaats van bestemming aan en we kijken uit over wat eens landbouwgrond was. Een korte wandeling brengt ons bij de ‘superterp’, een afgegraven en iets verhoogd cirkelvormig ‘eiland’ waarop zich tientallen antennes bevinden. De zogenoemde Low Band Antenna’s zijn het meest talrijk; ze zien eruit als metalen paaltjes van enkele decimeters hoog die met een viertal leidraden uit de grond steken. De andere antennes, de High Band Antenna’s, lijken op losse eilandjes van vierkante panelen, bedekt met een donkergrijs plastic. De echte antennes zitten daaronder, verpakt in piepschuim.

De antennes staan min of meer willekeurig over de superterp verspreid, zodat ze zoveel mogelijk relevante data opvangen en zoveel mogelijk irrelevante data weg kunnen filteren, zo horen wij. Veel van LOFAR is onzichtbaar onder de grond verwerkt: glasvezel en andere kabels die alle data doorsturen naar centrale computerkasten. Het Rekencentrum in Groningen verzamelt vervolgens alle data.

Terwijl wij staan te verkleumen wordt ons nu echt duidelijk hoe omvangrijk de LOFAR-telescoop is en hoe nog veel omvangrijker SKA gaat worden. En dat allemaal grotendeels dankzij de inzet en het enthousiasme van de mensen bij ASTRON.

Koud, maar verzadigd met kennis keren we terug naar de auto’s; een dag om niet snel te vergeten.