Door: Krijn Soeteman. Activiteit: 12 december 2014
Niels Broekema, Chef Beeld bij het populaire wetenschapstijdschrift Quest, verzorgt voor geïnteresseerde VWN-ers op de valreep van 2014 een workshop Beeldredactie.
Beeld is de afgelopen jaren heel erg veranderd, vertelt Niels. De tijd dat er goed betaald werd voor een pakkende foto is definitief voorbij, al is er gelukkig bij Quest zelf nog wel ruimte voor af en toe een echte fotoreportage.
Voor ons heeft Niels het laatste exemplaar meegenomen van ExperimentNL, de jaarlijkse uitgave van NWO en Quest over grensverleggend wetenschappelijk Nederlands onderzoek. Deze uitgave zullen we gedurende de workshop hanteren om bepaalde beeldkeuzes te behandelen.
Veel mensen zijn een beetje ‘analfabeeld’ als het gaat om wanneer een beeld wel of niet goed klopt. Toch onthouden de meeste mensen beelden beter dan woorden, denk maar aan de wereldberoemde foto van Nick Ut (Vietnamese meisje) of de foto van Pim Fortuyn die net neergeschoten was (Robin Utrecht/ANP). Maar ook de foto van een soort ‘meisje’ met hitlersnorretje. De maker van dat laatste beeld is onbekend, maar het beeld zelf circuleert al lang.
In de huidige wereld staan beeld en taal voortdurend met elkaar in contact. Artikelen bestaan bijna nooit meer alleen uit tekst. Bij webpagina’s is het helemaal duidelijk: artikelen met een plaatje worden veel beter bekeken dan als er geen foto bijstaat. Zelfs een van de meest conservatieve kranten op het gebied van foto’s (de Frankfürter Algemeine) plaatst sinds eind 2005 foto’s op de voorpagina.
Naast al die foto’s is er natuurlijk ook nog de infographic. Soms een heel sterke verteller van een anders in woorden lastig uit te leggen verhaal, vaak handig binnen de populair wetenschappelijke lectuur.
Ondanks dat de eerste permanente foto van Niepce uit 1826 (daar is nog wel eens discussie over) zo’n 1888 jaar geleden gemaakt werd, komt stockfotografie pas een kleine 100 jaar later op in de vorm van stockcatalogi. Een van de eerste stockcatalogi werd aangeboden door Armstrong Roberts. De echte boom van stockfoto’s kwam pas na de Tweede Wereldoorlog, eind jaren veertig.
Je kon bij Roberts kiezen uit een plaatje. Maar nu is het heel anders. In potentie zijn Facebook, Twitter, Instagram, allemaal plaatsen vol met stockfoto’s. Ze maken er nog geen gebruik van, maar het zou wel kunnen…
Eén van de aanwezigen, Rick Smits, zegt dat een foto die hij ooit maakte bij AT5 zomaar gebruikt werd zonder bronvermelding. Niels stelt dat het vermelden van een bron toch ten minste altijd geprobeerd moet worden.
Stock toen en nu:
1987 -> analoog, schaarste, print, zoeken d.m.v. fotobureaus/catalogi, één licentie
2014 -> digitaal, overschot, print&online, zoeken online, diverse licenties
Fotografie is nu in elkaar gestort omdat het aanbod gewoon groter is dan de vraag. Niels laat nog een mooi voorbeeld zien: een wokenlucht van het stockfotobureau Corbis. Daar werd in 1987 in totaal 66.174 Dollar mee verdiend.
Nu zijn er heel veel microstockwebsites. De site Shutterstock heeft meer den 40 miljoen foto’s en daar komen bijna 100.000 foto’s per week bij. Elke seconde een download en meer dan 250.000 fotografen.
Shutterstock-abonnementen. Toch wel te prijzig voor de meeste opdrachtgevers. Voor 200 euro kun je een maand lang 25 beelden per dag downloaden. Dan mag je er nog aardig wat mee doen.
Na deze cijferregen gaan we terug naar de essentie: wat is de functie van beeld? Naast aantrekkelijker maken van een (lang) verhaal, geeft het sfeer. Je kunt specifiek iets uit een artikel lichten, het kan verdieping geven of een aanvulling zijn.
Iets heel anders is de stijl van beeld: een blad als KnowHow is extreem druk met heel veel beeld, Quest is al iets rustiger en een National Geographic heeft veel ruimte en rust bij elke foto’
Het wordt tijd om de ExperimentNL eens door te bladeren. Een beeld bij een artikel over het aansturen van kwantumdeeltjes was erg lastig. Naast de moeilijkheidsgraad van het artikel, is een dergelijk verhaal moeilijk met foto’s te illustreren. De beeldredactie besloot dat een plaatje met de uitleg van Schrödinger’s Kat toch weer nodig was, iets wat een deel van de aanwezigen toch weer wat afgezaagd vindt.
Niels geeft nog een voorbeeld met plastic borsten. Het gaat om de opera Faust in een modern jasje. Dat is iets wat de gemiddelde Quest-lezer waarschijnlijk niet zo zal boeien. Dan werkt een foto wellicht als trekker om toch een verhaal te lezen wat je normaal niet zou bekijken.
Een van de aanwezigen vraagt hoe dat nu gaat met een verhaal en beeld. Het verhaal is eerst, dan wordt beeld voorgesteld, dan gaat de tekst weer terug, dan naar eindredactie, dan weer terug naar beeld voor het bestellen van hoge resolutiebeelden en dan naar de drukker.
We krijgen nog enkele voorbeelden te zien waar soms een foto speciaal gemaakt is voor een reportage en soms iets toegevoegd wordt omdat het gewoon ‘heel goed past’. Voorproefje van een nog te plaatsen reportage.
Het is belangrijk om te beseffen dat beeld vrijwel nooit origineel is. Herkenning is heel belangrijk, zoals het iconische beeld van Amerikaanse militairen die de vlag opzetten, wat op veel plekken gekopieerd wordt.
Zakelijk gezien is er steeds minder budget voor beeld. Vraag voordat je met een verhaal begint hoeveel ruimte daar eventueel voor is. Een goede infographic kan bijvoorbeeld nog best eens in de papieren lopen.
Het zoeken naar beeld bij een reportage begint vaan met een cliché-gedachte. Maar dat is niet erg. Handig om een afgeleide te verzinnen. We doen een gedachte-experiment. Een cover over verleiding. RvdH ziet naakt voor zich terwijl SvD juist nét bedekt veel verleidelijker vindt. Iedereen ziet dus iets anders voor zich, maar het aloude adagium blijft overeind: Sex Sells.
Verder zoek naar afwisseling. Twee close-ups naast elkaar is niet bepaald aantrekkelijk. Spreid pagina’s uit over een muur. Zie hoe het loopt. Zwaar verhaal met veel donker beeld? Zorg dan daarna voor een lichter stuk.
Bij zeer abstracte onderwerpen, werk met iconen en symbolen. Denk in metaforen. Lukt dat niet, probeer het eventueel met een infographic.
Schuw ook niet een bekende fotograaf te benaderen. Prijzen zijn vaak best schappelijk en je krijgt er over het algemeen een hoge kwaliteit voor terug. Vaak wil een bekende naam wel weten hoe en wat qua artikel.
De relatie tussen kop en beeld moet wel duidelijk zijn, maar overdrijven kan ook: ‘Aap eet banaan’ en dan een foto van een banaan etende aap is wel erg flauw.
Zeker sinds internet zo alomvattend is geworden, is het aantal foto’s waar eigenlijk iets anders opstaat dan wat er in de omschrijving staat, enorm toegenomen. Probeer wel te achterhalen of iets écht klopt. Zeker historische foto’s worden zomaar voorzien van ondertitels, zoals onlangs nog een voetbalfoto uit 1915 die door moest gaan voor voetballende militairen in 1940… Vandaar ook altijd: bronvermelding, ook op internet. Gewoon overal!
Nog een kort verhaal over portretrecht. Dat is heel duidelijk en als er problemen over ontstaan, zal een rechter vaak kiezen voor de geportretteerde, maar media kan ook zeker in zijn recht staan!
Pictoright: visuele auteursrechten Nederland. Niels vindt het goed dat ze er zijn, maar ze maken ook fouten. Als je historisch beeld gebruikt waarbij de maker minder dan 70 jaar geleden is overleden, dan kunnen er nog erfgenamen zijn die nog rechten claimen. Je hebt daar wel direct 300 euro aan je broek hangen.
Wat is goed beeld, waar vind je dat en vooral: hoe kom je op ideeën? “Ik laat me meestal leiden door wat er is, maar er moet meer mogelijk zijn. Mijn doel is beter te kunnen beoordelen welke beelden de lezer een artikel ‘intrekken’, en te leren hoe ik op creatieve beeld-ideeën kan komen.”
Wat is er mogelijk met infographics? “Maken van een infographic is vaak een team effort. Samenspel tussen tekst en beeld. Als je het goed wil doen, ben je met een team bezig om research te doen, eerste fase, dan weer tekst erbij, etc. Waar vind je die gegevens dan? Steeds meer datajournlistiek, maar veel gegevens komen ook uit de tekst. Veel goede infografic makers kunnen je ook wel weer verder helpen (die kosten wel vaak weer wat meer). Een journalist hoeft niet de hele infografic te leveren! Dat kost te veel tijd en dat is niet je taak als journalist. Ligt natuurlijk ook aan de complexiteit van de graphic.”
Wat zijn nog andere leuke beeldmogelijkheden” “Filmpjes, animaties, daar kun je wel veel meer mee.”
Wat voor bronnen hebben bladen? “Tja, dat wisselt heel erg met de mogelijkheden van het blad. Quest kan bijna alles. Maar als een redactie ergens niet aan kan komen, dan houdt het op.”
Zijn bladen geïnteresseerd in eigen beeld? “Ja, altijd. Als je een beetje een goede fotograaf bent, is het helemaal handig. Maar zorg wel dat je er extra voor betaald wordt!”
Goed beeld is niet gratis, net als goede tekst. Wat mag het kosten? “Dat is heel wisselend. Als ik er een fotograaf op uit stuur, dan ligt het tussen de 300 en 800 euro.”
Waar haal ik niet al te Amerikaanse stockfoto’s vandaan? “Alle stockbureaus zijn daar druk mee bezig tegenwoordig. Het is niet allemaal meer dat plat Amerikaans.”
Hoe breng ik iets zo inbeeld dat ik er vrijwel geen tekst meer bij nodig heb? “Semivisueel, of een infographic. Voorbeeld: reisspecial, alle redactieleden moesten in het land waar ze waren een kopje koffie bestellen en bonnetje meenemen en zo heeft beeldredacteur een infographic gemaakt.”
Links:
123rf.com, hollandse-hoogte.nl, gettyimages.nl anpfoto.nl, dustn.tv, pexels.com, pixabay.com, sol90images.com (infographics), spezify.com, stumbleupon.com, villamedia.nl/nieuws/bericht/9-keer-gratis-beeld/
Handig: jeffrey’s exif-viewer (om extra info uit een foto te halen)