Blog

Rode lichten in de archeologie

Foto: Edgardo W. Olivera, via Flickr.com

Het zou simpel moeten zijn. Onderzoekers ontdekken dingen en doen de peer-review, waarna voorlichters en journalisten de informatie doorgeven aan het publiek. Zo simpel is het natuurlijk niet. Teveel artikelen komen door de peer-review die nooit gepubliceerd hadden mogen zijn. Vervelend. Journalisten en voorlichters willen hun publiek immers niet voor de gek houden. Zodoende moeten ze de aangeleverde informatie toch toetsen, terwijl ze daarvoor niet zijn toegerust. De benodigde informatie ligt achter academische betaalmuren. Dat veel media inmiddels navraag doen bij een deskundige, niet betrokken bij het onderzoek, is een kwestie van noodzakelijk geworden wantrouwen.

Zelf schrijf ik op een dagelijks blog over de Romeinen, Grieken, Joden en Babyloniërs. Neem van mij aan: archeologen, classici en historici jokken weleens. In 2009 heb ik het geïnventariseerd en destijds bevatte ongeveer twee vijfde van de nieuwsberichten onjuistheden die de onderzoekers moesten hebben herkend. Doordat tegenwoordig elk bericht wordt gechurnalismd, valt zoiets niet langer te tellen, maar er is geen reden voor optimisme.

Zonder hernieuwde inventarisatie van the good, the bad, and the ugly zijn enkele rode lichten echter herkenbaar genoeg. En ook enkele oranje en groene lichten, gelukkig.

 

Rood licht 1: verdeelde deskundigen

Eerst nog even die niet bij het onderzoek betrokken deskundige. Als die het persbericht tegenspreekt, weet je dat het in elk geval interessant is. Je zult bovendien snel genoeg ontdekken wie van de twee in zijn antwoord de meeste samenhang aanbrengt in de meest diverse informatie. Diens oordeel zal de doorslag moeten geven. Als je niet in staat bent te bepalen wie het beste overzicht heeft, moet je het onderwerp laten rusten. Niet publiceren is ook een journalistieke keuze.

 

Rood licht 2: I.D.O.H.Z.O.

Ofwel: “in de Oudheid hadden ze ook”. In de Oudheid hadden ze ook pandemieën. I.D.O.H.Z.O. fake news. I.D.O.H.Z.O. populisten. Allemaal waar, maar daarom nog niet nieuwswaardig. De informatie die we over de Oudheid hebben is voldoende om vast te stellen dát iets er is geweest, maar is onvoldoende robuust om te komen tot conclusies waar eenentwintigste-eeuwers iets mee kunnen. Er is onvoldoende kenniswinst om nieuws te zijn. Gelukkig hoeven oudheidkundigen helemaal niet achter andermans actualiteit aan te hobbelen. Ze hebben ook zélf iets te melden – zie de groene lichten hieronder.

 

Rood licht 3: sensatiewoorden

Bevat het persbericht sensatiewoorden als “paradigm shift? Is een nieuw inzicht “seminal”? Grote kans dat het feitelijk niet zo mooi is. Wetenschappelijke vooruitgang is in de oudheidkundige disciplines meestal gestaag. Er zijn weinig echte sprongen voorwaarts. Goede wijn behoeft geen krans, echt nieuws behoeft geen hype.

 

Rood licht 4: de wet

Nieuw ontdekte papyri en archeologische vondsten komen weleens van de zwarte markt. In enkele gevallen gaat het om vervalsingen en in álle gevallen gaat het om een wetsovertreding. De publicatie van gestolen data, wetenschappelijk of journalistiek, drijft de verkoopprijs op, maakt degene die erover schrijft mogelijk medeplichtig aan heling en schendt zeker de gedragscodes. Eigenlijk zouden voorlichters en journalisten aan de bel moeten kunnen trekken zonder hun academische netwerk op te blazen, en tot het zover is, moeten ze, in plaats van de wetenschappelijke claims door te geven, het schandaal benoemen.

 

Oranje licht 1: signaalwoorden

Van enkele thema’s weet je: dit wordt flauwekul. Berichten over Pompeii zijn eigenlijk altijd sterk overdreven, zoals dit en dat verhaal. Als het gaat over Nederland in de Romeinse tijd, ligt het feitelijke nieuws de laatste jaren bedolven onder het geraaskal van de limes. Steeds opnieuw horen we dezelfde, vlakke boodschap en verduistert junk nieuws het eigenlijke nieuws.

 

Oranje licht 2: religie

In de Oudheid zijn het jodendom, het christendom en de islam ontstaan. En er zijn nog steeds joden, christenen en moslims, alsmede mensen die vinden dat er beter geen religie zou zijn. Kortom: er staat wat op het spel. Er zijn hier twee valkuilen. De eerste is dat je het misleidende frame overneemt dat de Bijbel wel/niet waar is. Het is gewoon een verzameling oude teksten, met alle gebreken en kwaliteiten van dien. De andere valkuil is dat een thema relevantie toegedicht krijgt door het te contrasteren met een verondersteld kerkelijk standpunt. Trouw bracht eens het bericht dat het Bijbelverhaal over de verboden vrucht niet ging over zonde – maar dat beweert dan ook geen enkele oudheidkundige en is in de theologie marginaal. Je hoeft de wetenschap niet door religie te laten gijzelen en je hoeft religie niet te laten gijzelen door ultraorthodoxen.

 

Oranje licht 3: idées reçues

De Grote Volksverhuizingen zijn het bekendste voorbeeld: steeds opnieuw keert het idee terug dat het Romeinse Rijk ten onder is gegaan door migratie, waardoor uiteindelijk de Romeinse grenzen zouden zijn bezweken. Historici weten al een eeuw dat het niet waar is, en afgezien van de Leidse historicus M. Rutte neemt niemand deze interpretatie serieus. Oudheidkundigen (en politici) veronderstellen onthutsend vaak dat het publiek nog leeft in de negentiende eeuw. Maar menigeen weet allang dat de christenen niet zo grootschalig zijn vervolgd en dat Griekse en Romeinse standbeelden niet roomblank waren. Neem het publiek toch serieus.

 

Oranje licht 4: belangen

Niet zelden hebben onderzoeksresultaten betrekking op politieke thema’s of zijn er andere belangen. Bedenk dat menig persbericht dient om toeristen te lokken of de ruimtelijke ordening te beïnvloeden. Dat heb je snel genoeg in de gaten, bijvoorbeeld als er nog geen wetenschappelijke publicatie is en men toch naar de pers stapt. Dat wil niet zeggen dat er geen nieuws is. Toen bij Herwen de tempel werd geïdentificeerd waaraan het dorpje zijn naam (Germaans voor “heiligdom”) ontleent, was het zinvol dat de archeologen wat reuring creëerden, om zo te tonen dat dit belangrijk was en ondersteuning verdiende. Benoem zulke belangen.

 

Oranje licht 5: data

Wetenschap gaat niet over data maar veronderstelt ze. Onderzoekers interpreteren data, ontdekken patronen, verwerven inzicht en zien eerdere hypothesen bevestigd of weerlegd. De data zijn slechts het materiaal dat onderzoekers nodig hebben en de voorlichter of journalist die zijn publiek vertrouwd probeert te maken met het wetenschappelijk proces, hoeft niet zoveel aandacht te besteden aan dataverwerving. Jammer voor de archeologen, die elke vondst, hoe onbenullig ook, typeren als uniek en belangrijk. Het nieuws zit echter in de patronen, in de hypothesen, in de zelfcorrectie. Slechts een doodenkele keer, zoals bij de ontdekking van de Hemelschijf van Nebra en de Dode-Zee-rol die bekendstaat als 4QMMT, is er werkelijk sprake van een ontdekking die alles op z’n kop zet.

 

Groen licht 1: nieuwe soorten inzicht

Als wetenschap bestaat uit interpretatie, het ontdekken patronen, het verwerven inzicht en de toetsing van hypothesen, dan is het wetenschapsnieuws als er nieuwe soorten inzicht zijn. En zoals ik al schreef: oudheidkundigen hebben iets te melden. Dankzij digitale paleografie en andere AI-technieken zijn tekstwetenschappers nu in staat heel andere soorten conclusies te trekken dan we gewend zijn. Laboratoriumtechnieken werpen licht op het antieke klimaat – een onderwerp dat in zichzelf interessant is en niet hoeft te worden gepresenteerd als I.D.O.H.Z.O. klimaataanpassing. Nieuwe vormen van prospectie dwingen tot nieuwe vormen van erfgoedbeheer. En vooral: het bioarcheologische inzicht dat mensen ooit verschrikkelijk mobiel zijn geweest, laat oudheidkundigen nadenken over de migratie van ideeën en dwingt tot nieuwe interpretatieve methoden.

 

Groen licht 2: brede onderzoeksgroepen

Een breed samengesteld team kent meer zelfkritiek en betere resultaten. Let dus op interdisciplinariteit. Een tijdje geleden was er de claim dat archeologisch was vastgesteld waar Hannibal de Alpen zou zijn overgestoken. Je kon aan de publicatie zien dat geen classicus was geraadpleegd – en de claim klopte dan ook niet. Wat we willen, zijn voldoende breed samengestelde teams. Breed belezen ook: veel goede artikelen over de Oudheid verschijnen in het Frans, Italiaans en Duits. Een veeltalige literatuurlijst is een aanwijzing voor goed onderzoek.

 

Groen licht 3: musea

Veel musea hebben een wetenschappelijke staf en bij tentoonstellingen verschijnen bundels met wetenschappelijke artikelen. Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft bijvoorbeeld de PALMA-reeks. De exposities zijn ideaal voor wie wetenschap wil uitleggen aan het grote publiek: de conservatoren werken samen met collega’s uit diverse taalgebieden, komen met nieuwe inzichten (en een enkele keer met nieuwe soorten inzicht) en maken de vertaalslag naar het grote publiek. Je kunt, als voorlichter of journalist, je geen beter vertrekpunt wensen dan een expositie.

 

Jona Lendering is de auteur van Oudheidkunde is een wetenschap (en dat mag je ook best eens uitleggen) (2023)


Rondleiding 'De Schepping van de Wetenschap'
18mrt

Rondleiding 'De Schepping van de Wetenschap'

Natuurlijk was ik aanwezig bij de hoogstpersoonlijke rondleiding door VWN-lid Geertje Dekkers, in de tentoonstelling 'De Schepping van...