Blog

Rondleiding 'De Schepping van de Wetenschap'

Natuurlijk was ik aanwezig bij de hoogstpersoonlijke rondleiding door VWN-lid Geertje Dekkers, in de tentoonstelling 'De Schepping van de Wetenschap' in Utrechts Museum Catharijneconvent, waaraan ze zelf meegewerkt heeft. Collecties komen immers pas tot leven als iemand die elk stuk kent je erin rondleidt. Als dat al geldt voor verzamelingen flessenopeners of vingerhoedjes, dan zeker voor wat een serieus museum, in samenwerking met wereldtoppers als museum Boerhaave en Teylers bijeen kan brengen.

Ik werd niet teleurgesteld. Geertje leidde ons groepje langs een inspirerende verzameling objecten uit de lange, lange periode, waarin geloof en wetenschap onlosmakelijk met elkaar vervlochten waren. Deze expo heeft een primeur: Teylers heeft, voor het eerst ooit, een absoluut topfossiel uit zijn collectie uitgeleend — de Zondvloedmens. In het latijn 'Homo diluvii testis', "Mens, getuige van de zondvloed.' In een plak zandsteen zijn een fossiele, afgeplatte schedel, een ruggengraat en twee zeer korte voorpootjes zichtbaar.

https://www.teylersmuseum.nl/nl/collectie/fossielen-en-mineralen/zondvloedmens-andrias-scheuchzeri-tschudi-f-08432

Bijna exact 300 jaar geleden vond de Godvrezende arts en natuuronderzoeker Johann Scheuchzer dit fossiel in een groeve en stelde met de Bijbel bij de hand vast dat het hier moest gaan om niets minder dan een slachtoffer van de bijbelse zondvloed. Zo dacht men immers, meer dan 100 jaar voor Darwin, over de dikke lagen afzettingsgesteente die je overal op deze planeet kunt vinden. 'Zal wel van de Zondvloed komen.'  Persoonlijke uitleg van wetenschapshistoricus Geertje Dekkers was hierbij best belangrijk — ze vertelde ons dat die korte voorpootjes pas veel later uitgehakt zijn. Zonder die kennis zou je Scheuchzer voor halve gare verslijten. Want met die korte pootjes is het fossiel vrij duidelijk geen mens.

Dat soort uitleg had ik vaker nodig. Neem een aantekeningenboekje van de Belgische priester annex kosmoloog Georges Lemaître, dat onopvallend uitgestald in een vitrine ligt. Ik was er gewoon voorbijgelopen, als Geertje me er niet bij had verteld (staat ook op de begeleidende bordjes, maar wie leest die nu allemaal?) dat het in het kader van Schepping en Wetenschap interessant is, dat Lemaître lege pagina's tussen zijn theologische en kosmologische beschouwingen vrij liet. Want je kunt er niet in bladeren. Maar in dat boekje bestonden wetenschap en religie dus naast elkaar en gaven elkaar de ruimte.

https://en.wikipedia.org/wiki/Georges_Lema%C3%AEtre#/media/File:MillikanLemaitreEinstein.jpg

Voor wie net als ik wel eens een bordje overslaat, is er ook een uitgebreide audio-rondleiding, vertelde Aukje Lettinga, marketing- en communicatiestrateeg bij het museum me. Maar zelfs als je die audiotour niet zou luisteren, is er meer dan genoeg om van te genieten. Wat te denken van een originele druk van Copernicus' 'De revolutionibus orbium coelestium' (Over de omwentelingen van de hemellichamen), dat gebroederlijk naast de Dimostrazioni van Galileo Galilei ligt, zijn laatste en belangrijkste werk. En mijn persoonlijke favoriet: in een van de vitrines ligt het originele artikel van Darwin en Wallace, uit 1858, in het Linnaean Society clubblad: "On the tendencies of species to form varieties". In dit artikel dat een jaar voor On The Origin if Species verscheen, en waarvoor 'baanbrekend' een veel te zwak woord is, delen Darwin en Wallace de eer van hun grote ontdekking samen. Omdat ze gentlemen waren, mensen die elkaar de ruimte lieten.

En dat is ook de boodschap van deze tentoonstelling. De overbekende aanvaringen tussen geloof en wetenschap, de boeken van Copernicus en Galilei liggen er niet voor niets, vertekenen het beeld. Als je nauwkeuriger kijkt, moet je constateren dat er een eeuwenlange, rijke kruisbestuiving geweest is tussen geloof en wetenschap. We denken vooral dat het water en vuur zijn door moderne propaganda, zowel vanuit de atheïstische hoek, als die van de fanatieke creationisten.

Wist je bijvoorbeeld, dat het voor christelijke geneesheren eeuwenlang helemaal geen taboe was, maar volkomen normaal, om in lijken te snijden? Sterker nog, men zag de Glorie Gods in de wonderlijke complexiteit van het menselijk lichaam onder de huid. Dit wordt mooi uitgebeeld in "De Anatomische les van Willem van der Meer" uit 1617, door vader en zoon Michiel en Pieter van Mierevelt, uitgeleend door het Delftse Museum Prinsenhof. Je kunt, veel dichter dan in bijvoorbeeld het Rijksmuseum, met je neus op deze afbeelding gaan staan en als het ware het neushaar van de geleerde heren zien krullen van de stank. Want koelcellen bestonden er nog niet toen deze anatomische les plaatsvond, meer dan 400 jaar geleden.

Dat de onderhuidse uiting van de glorie Gods inderdaad niet meer helemaal fris rook is goed te zien –  om de pregnante lijkengeur te verdrijven staan op de voorgrond een kaars en een geurpotje. Sommige chirurgijns hebben een takje laurier of andere kruiden bij de hand. De wat merkwaardige combinatie van snijden in lijken en de Glorie Gods komt het meest nadrukkelijk naar voren in een vroeg-17e-eeuwse tekening van het anatomisch theater van de Universiteit Leiden. Deze tekening staat bol van de christelijke symboliek, te beginnen bij skeletten die Adam en Eva bij de Boom van Kennis van Goed en Kwaad uitbeelden. Andreas Vesalius (1514-1564) wordt daarbij niet vergeten. Voor wie zijn wetenschapsgeschiedenis niet helemaal op orde heeft — dit was de man die min of meer gelijktijdig met de Copernicaanse revolutie die de Ptolemaïsche kosmologie verdreef zijn eigen revolutie ontketende in de geneeskunde, voortbouwend op het corpus van veel accuratere anatomiekaarten, dat sinds de Griekse geneesheer Claudius Galenus (129-216) gaandeweg ontstaan was.

Natuurlijk mogen een paar mooie exemplaren van de talloze boeken die Godvrezende natuurvorsers eeuwenlang gemaakt hebben van alle vogels, bloemen en insecten, ontsproten aan het brein van God zelf, niet ontbreken, met als zwaartepunt de Metamorphosis Insectorum Surinamesium, een dikke, vroeg achttiende-eeuwse geïllustreerde gids van de planten en insecten van Suriname. De Nederlandse slavenhoudster Maria Sybilla Merian staat erop als auteur. Met als mooie kanttekening daarnaast, het kunstwerk 'Palimpsest and Erasure' van Patricia Kaersenhout, een wandtapijt waarin alle Afrikaanse vrouwen zonder wie het boek nooit tot stand zou zijn gekomen, een paradoxaal plekje krijgen.

Dat deze mooie expositie eindigt met een filmpje van vloeiende inkt op een chromatografiepapiertje, bij wijze van 'oerknal' zou niet mijn keuze zijn, maar ik snap het, je moet er ergens een einde aan draaien. Al met al, voor zover ik het kan beoordelen, is dit een must see voor iedereen die zich wetenschapsjournalist noemt. Vergeet de audio-tour niet!

The ladies of the hour! Van links naar rechts Geertje Dekkers, Lieke Wijnia (Cath.Convent), en Aukje Lettinga (idem)


Rode lichten in de archeologie
18mrt

Rode lichten in de archeologie

  • overig

Het zou simpel moeten zijn. Onderzoekers ontdekken dingen en doen de peer-review, waarna voorlichters en journalisten de informatie...

Doe mee aan de online workshop Gouden Beitel Maken!
01apr

Doe mee aan de online workshop Gouden Beitel Maken!

Goedemorgen en welkom bij deze online workshop “Gouden Beitel Maken”. Wij zijn blij met uw deelname en wensen u veel plezier bij en...