Blog

Kosmische grabbelton

Nebula NGC 2014 & NGC 2020. Fotocredit: NASA, ESA, and STScI

Alfa-wetenschappers zijn vaak jaloers op astronomen. Veel bèta-wetenschappers trouwens ook. Die sterrenkundigen staan om de haverklap in de krant met een nieuw zwart gat, een rare planeet of een mysterieus raadsel rond de oerknal. Ook op radio en tv ‘doet’ de kosmos het uitzonderlijk goed. Hoe krijgen die nerds dat toch voor elkaar?

Door: Govert Schilling

Het zou nog te begrijpen zijn als er in de sterrenkunde veel vaker nieuwe spectaculaire resultaten worden behaald dan in andere wetenschapsgebieden. Maar dat is niet zo. Ondanks de gigantische afmetingen van het onderzoeksterrein is de astronomie als wetenschapsgebied relatief klein. Met zo’n tienduizend beoefenaars wereldwijd ben je er wel, en die kunnen moeilijk elke week met een revolutionaire doorbraak op de proppen komen – daarvoor zijn ze met te weinig.

Nee, het heeft vooral te maken met journalistieke luiheid en – vooruit – met de aantrekkingskracht van het onderwerp. Want dat staat als een paal boven water: die onbegrijpelijke kosmos spreekt tot de verbeelding, tart ons voorstellingsvermogen, en laat vrijwel niemand onberoerd.

Grote organisaties, de Amerikaanse NASA voorop, spelen daar handig op in. Werkelijk elke lancering, elk nieuw feitje, zelfs elke nieuwe foto vormt aanleiding voor een opgeklopt persbericht, geschreven door een klein legertje van kundige science communicators. In het kielzog van NASA laten universiteiten en onderzoeksinstellingen zich ook al lang niet meer onbetuigd. Ook weekbladen als Science en Nature weten heel goed welke onderwerpen geliefd zijn bij de media, en mede dankzij grote populaire (en commerciële) blog- en nieuwssites als phys.org en space.com komt elke kosmische scheet in no time op de burelen van kranten, tijdschriften en omroepen terecht.

En daar komt de journalistieke luiheid om de hoek kijken. Want het zijn makkelijke en onschuldige berichtjes, die vaak ook nog eens heel toegankelijk zijn opgeschreven. Je hoeft je niet in de materie te verdiepen, want dan zou het toch al snel veel te ingewikkeld worden voor je publiek. En je hoeft je ook geen zorgen te maken over mogelijke maatschappelijke implicaties, politieke motieven of geheime agenda’s, want de astronomie is in de meeste gevallen echt letterlijk een ver-van-m’n-bed-show, die weinig raakvlakken vertoont met het dagelijks leven. Nice to know in plaats van need to know.

En zo kan het gebeuren dat allerlei clickbait-achtige onderwerpen uit de astronomie vrij prominent gebracht worden in de media. ‘Planeet ontdekt waar het ijzer regent’. ‘Astronomen zien hoe zwart gat ster verzwelgt’. ‘James Webb-telescoop fotografeert ver sterrenstelsel’. ‘Mogelijke oplossing voor het mysterie van de donkere materie’. Allemaal geen nieuws. Maar ja, wel makkelijk.

Natuurlijk, voor een astronomische website of een populairwetenschappelijk sterrenkundetijdschrift zijn dit stuk voor stuk leuke nieuwtjes, die dan vaak ook nog van extra duiding worden voorzien. Maar in het RTL Nieuws of op nu.nl vallen ze toch een beetje uit de toon, vooral ook door de volstrekt toevallige manier waarop het ene berichtje wél aandacht krijgt en het andere helemaal niet. Vulstukjes zijn het vaak, waar niemand zich een buil aan kan vallen.

Onschuldig, zou je dan denken. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Want doordat er zo vaak sterrenkundig non-nieuws door glipt bij de verschillende redacties, is de kans groot dat een werkelijk belangrijke ontwikkeling gemist wordt. Doordat dát persbericht opeens wél wat denkwerk vergt, of doordat er die week al een paar keer eerder aandacht aan het universum is besteed.

Daar komt nog bij dat lezers, luisteraars en kijkers de indruk kunnen krijgen dat de sterrenkundige wetenschap voornamelijk een grabbelton is van gekke records, maffe feitjes en leuke theorietjes. Kijk die rare astronomen nou toch – wat ze nú weer ontdekt en bedacht hebben! Terwijl de resultaten van serieus en noest wetenschappelijk geploeter vaak buiten beeld blijven.

Niemand ontkomt aan deze merkwaardige dynamiek tussen onderzoekers, instituten, media en het grote publiek – ik zelf ook zeker niet. En je kunt het astronomen en ruimtevaartorganisaties ook moeilijk kwalijk nemen dat ze zo veel mogelijk ruchtbaarheid proberen te geven aan hun werk en resultaten. Maar aan de kant van de ‘ontvanger’ – wetenschapsjournalisten, redacties en consumenten – kan het geen kwaad om je meer bewust te zijn van wat er aan de hand is.

Dus blijf je altijd afvragen:

  • Hadden we een half jaar geleden niet ook al zo’n nieuwtje? (Komt vaak voor!)
  • Verandert er iets wezenlijks aan onze ideeën over het heelal? (Meestal niet!)
  • Is er sprake van wetenschappelijk nieuws of van PR? (Vaak dat laatste!)
  • Haalt dit nieuwsfeit over een paar jaar de studieboeken? (Weinig kans!)
  • Lost dit maffe idee het astronomische raadsel echt op? (Vrijwel nooit!)

En laten we hopen dat er in de toekomst weer meer ruimte komt voor mooie, gedegen achtergrondverhalen waarin lange-termijnontwikkelingen aan bod komen die er echt toe doen. Want eendagsvliegen zijn er op aarde genoeg; daar hebben we in de kosmos geen behoefte aan.

 

Govert Schilling is wetenschapsjournalist op het gebied van sterrenkunde.

Dit is de tweede aflevering in een reeks waarin wetjo's en wetco's elkaar waarschuwen voor nieuws dat geen nieuws is. De eerste aflevering betrof de archeologie.


Excursieverslag: Amsterdam Skills Centre
17mei

Excursieverslag: Amsterdam Skills Centre

Onlangs probeerden een aantal VWN’ers een gescheurde ‘darm’ laparoscopisch (d.w.z. via een kijkoperatie) te hechten. Die kans kregen ze...

Rode lichten in de archeologie
18mrt

Rode lichten in de archeologie

Het zou simpel moeten zijn. Onderzoekers ontdekken dingen en doen de peer-review, waarna voorlichters en journalisten de informatie...