Future dikes: excursieverslag

Ietwat onwennig staan een aantal VWN'ers bij de slinger van Foucault in het Huygensgebouw van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Al snel wordt duidelijk dat we op de juiste locatie zijn als Myrte ons van harte welkom heet. Er is koffie en thee en Steven Huls popelt om ons bijna alles te vertellen over het Future Dikes project waaraan hij mee werkt. Future Dikes is een voorbeeld van zo'n interessant cross disciplinair onderzoeksproject waarbij ecologen, hydrologen, chemici, data-analisten en weg- en waterbouwkundigen samen de toekomstige routekaart voor het verstevigen van onze dijken gaan opstellen.
Tekst: Bart Grob
Foto's: Myrte Nowee
Nederland kent 3.500 kilometer primaire dijken en dat loopt op naar 17.000 kilometer wanneer ook de secundaire dijken worden meegeteld. 1300 kilometer moet daarvan verstevigd worden in de komende 30 jaar. Steven Huls en zijn collega's denken daar een slimme en effectieve oplossing voor gevonden te hebben: zaai de dijken in met een gevarieerd zaadmengsel dat zowel grassen, als kruiden als bloemen bevat. Hoe gevarieerder hoe breder en dieper het worteldek op een dijk zal zijn. Althans, dat is het idee. Hoe je dat experimenteel vaststelt, kregen we na zijn presentatie op het proefveld buiten te zien.
Daar op dat proefveld bouwden de onderzoekers een aantal proefdijken. Van tevoren had ik me daar een behoorlijk hoge bult bij voorgesteld, maar dat viel in de praktijk behoorlijk mee. De dijkjes zijn ongeveer een meter hoog, iets van anderhalve meter breed en iets van 20 meter lang. Dat is te overzien. Verdeeld in proefveldjes van een vierkante meter werden de verschillende zaadmengsels ingezaaid en worden de dijkjes blootgesteld aan droogte of regen. Na een jaar wachten kun je dan gaan maaien, tellen, wegen, scannen en administreren. Wat een werk!
We zagen nu eens met eigen ogen dat wetenschap in de praktijk vooral een administratieve bezigheid is. Ieder plot correspondeert met een zaaimengsel, met een klimatologische omgeving, met een drooggewicht van de wortels en de planten boven de grond, met het aantal soorten (er waaien zaden in de proefveldjes, wat geen probleem is voor het onderzoek overigens), met een groot aantal scans die in de grond van de wortels worden gemaakt en ik vergeet er vast nog een paar. Doe dit hele proces nog eens een keer of twee, drie en je begrijpt dat dit onderzoek niet alleen heel veel data oplevert, maar dat het tevens een enorme klus is om die data op de juiste plek in de datasheets te krijgen. Het begon te duizelen...
De Aesculaaf, nee dat is geen typo, het is de naam van het studentencafé in de medische faculteit waar nog een drankje na werd gedaan. Maar niet voordat er eerst om de hoek nog een snelle blik op het Anatomisch Museum werd geworpen.
Zo werd de middag onverwachts niet één, maar eigenlijk twee excursies. Bijna net zo efficiënt als de dataverzamelaars van het Future Dikes project!

