Naar een namaakcongres dankzij VWN tripfonds
Wetenschappelijke namaakcongressen proberen op slinkse wijze geld uit de zakken te kloppen van onderzoekers. Het verschil met een bonafide conferentie is nog niet zo makkelijk uit te leggen, dus besloot Stan van Pelt er een te bezoeken – mede mogelijk gemaakt door het Tripfonds.
Door: Stan van Pelt
‘Greetings!’, zo begint een mail die ik april 2024 krijg van Anna Li. ‘Wil je een presentatie geven op onze conferentie?’ Li is een van de organisatoren van NeuroTalk, een neurowetenschappelijk congres dat in juni in Boedapest zal plaatsvinden.
Als oud-wetenschapper krijg ik nog altijd geregeld dit soort uitnodigingen in mijn spamfolder. Ze zijn exemplarisch voor hoe zogeheten predatory conferences te werk gaan, wetenschappelijke pseudo- of ‘namaak’congressen die deelnemers veel geld uit de zak kloppen maar inhoudelijk niets voorstellen. Een selectie van onderwerpen is er niet, waardoor de programma’s een ratjetoe zijn met lezingen die alle kanten opgaan. In het geval van NeuroTalk: van wifi in bussen, tot revalidatie na een beroerte en tandheelkundige ingrepen.
Dit soort malafide praktijken die de goede naam van de academische wereld bedreigen bespreek ik in een boek over wetenschappelijke integriteit waar ik momenteel aan werk. Maar pseudocongressen uitleggen – zowel aan wetenschappers als het brede publiek – is nog niet zo makkelijk, merkte ik. Want wat maakt ze nu precies ‘namaak’, krijg ik vaak als vraag. Zo’n congres (ook NeuroTalk) wordt toch daadwerkelijk gehouden? En er zijn toch echte wetenschappers die echte praatjes geven?
Geen persaccreditatie
Om echt een goed beeld te schetsen van deze problematiek kun je er het beste zelf van eentje verslag doen, besefte ik. Wat brengt mensen daar? Hebben ze door dat het geen echt congres is, en wat vinden ze daarvan? Zitten er überhaupt mensen in de zaaltjes? En wat zegt de organisatie zelf? In mijn boekbegroting had ik zo’n reportage niet opgenomen, maar dankzij een Tripfonds-subsidie kon ik alsnog naar NeuroTalk. In juni treinde ik naar Boedapest en sliep in het congreshotel. Persaccreditatie kon ik namelijk niet krijgen, maar zo kon ik toch rondlopen in alle zaaltjes en de wandelgangen van het hotel.
Mijn ervaringen heb ik ook opgeschreven in een artikel dat onlangs in verschillende universiteitsbladen verscheen, zoals het Utrechtse DUB. Door ter plekke aanwezig te zijn, voel je de – soms subtiele – verschillen met een reguliere wetenschappelijke conferentie pas echt goed. Denk aan totaal ongerelateerde praatjes binnen een en dezelfde sessie, deelnemers die plots tot sessievoorzitter gebombardeerd werden of juist gedegradeerd van keynote naar gewone spreker. Ook bleek NeuroTalk één van acht parallelle congressen te zijn in het hotel – daardoor kon de organisatie het doen voorkomen dat ze elk drukker bezocht waren dan in werkelijkheid.
Zonder zo’n bezoek was het erg lastig geweest de sfeer over te brengen. Je eigen ervaringen en observaties zijn minstens net zo belangrijk als die van de bezoekers zelf, merkte ik. Deelnemers achteraf vragen hoe ze het vonden, geeft toch maar een beperkt beeld. En per definitie had ik zo nooit geweten dat in sommige sessies gewoon helemaal niemand in het publiek zat – toch een duidelijk teken dat dit congres niet in de haak was, hoe goed de logistiek en catering ook geregeld waren in het congreshotel.
‘Beetje een vreemd congres’
Niemand van de bezoekers die ik in Boedapest sprak kende bovendien het begrip namaakcongres; wel hadden ze door dat er iets niet klopte. ‘Dit is wel een beetje een vreemd congres’, zeiden meerdere wetenschappers. Verschillende van hen voelden zich ronduit bekocht, zoals een Utrechtse postdoc en een Chileense onderzoeker die helemaal voor niets over was komen vliegen vanuit Zuid-Amerika. Twee Groningse sprekers keken er met gemengde gevoelens naar; toch deed een van hen het een beetje voorkomen alsof er niks geks aan de hand was. Bijzonder.
De (Chinese) organisatoren deden ondertussen of hun neus bloedde. ‘We organiseren dit soort congressen al tien jaar en hebben al bijna 100 Nobelprijswinnaars uitgenodigd’, mailde Anna Li verontwaardigd na afloop. Op mijn andere (niet-journalistieke) mailadres kreeg ik ondertussen van haar een uitnodiging of ik alsjeblieft wil komen presenteren op de volgende editie van NeuroTalk, in Dublin. De registratiekosten waren onderhandelbaar.
Stan van Pelt is freelance wetenschapsjournalist en maakte gebruik van het VWN Tripfonds om zijn kosten te dekken voor deze reportage. Ook een aanvraag doen voor het Tripfonds? Dat kan hier.