Nieuws

Debattraining - verslag

Het is altijd goed het nieuwe jaar met goede voornemens te beginnen. Voornemens die je al in het oude jaar hebt gemaakt. Maar je daar dan aan houden? Mijn goede voornemen was een keer aan een VWN-bijeenkomst mee te doen en dus was de aangekondigde debattraining aan het begin van het jaar een mooie gelegenheid. Je kunt nooit te veel oefenen in directe verbale interactie met anderen. Dat is toch de basis voor communicatie. In welke vorm dan ook.

Door Stefan Flos

Een debattraining is in essentie niets bijzonders: een zaaltje, veertien mensen die elkaar niet, nauwelijks of veel te goed kennen, onder bezielende leiding van een ervaren trainer – hier Ilse Schoens van Debat.NL – koffie en thee – pen en notitieblokje. En eerst een voorstelrondje.

Zo’n voorstelrondje is leuk, maar in dit geval ook nuttig: je krijgt een indruk van iemand en later zie je dat ook terugkomen in de training: hoe spreekt iemand, hoe overtuigend en let ook op de non-verbale communicatie.

Na een korte inleiding en wat theorie, ondersteund met een beknopte powerpoint, waarin ook een kort filmpje met een inleiding op het televisieprogramma het Lagerhuis, gaan we direct aan de slag. Het filmpje zet toch wel de toon: probeer je iemand te overtuigen of te verleiden, doe je dat met argumenten, kracht bij zetten of non-verbaal en waar let de toehoorder eigenlijk op? De kokerillusie ligt namelijk op de loer: dat je zo gefocust bent op een detail dat je het grotere geheel en de context niet meer ziet. Ik weet niet wat zijn standpunt is, want ik keek naar zijn handen…

Je weet het allemaal wel, maar je trapt er toch elke keer weer in. Een goede debater weet dat: de aandacht pakken en vasthouden vanaf het begin is essentieel. Met focus op je standpunt.

Een debat is iets anders dan een dialoog, maar er zijn grote overeenkomsten en de technieken zijn uitwisselbaar. Een dialoog is meer gericht op informatie-uitwisseling zonder dat een standpunt is bepaald. Een debat vindt vaak plaats in een politieke arena, zoals een gemeenteraad, waarin je juist anderen wilt overtuigen van je standpunt. Dat standpunt is al bepaald, voorbereid, doorgerekend, in kaart gebracht en staat min of meer vast. Dat van je tegenstander ook. Die standpunten vormen de kaders van het debat en staan centraal.

Hoe sterker de spanningsboog tussen de standpunten, hoe spannender het debat. En dat ga je dus ervaren in de training als je aan de slag gaat. Hiervoor krijgen we nog wat input in de vorm van de 3 A’s:

Aandacht – Argument - Appél.

Aandacht maakt alles mooier! De eerste indruk, je openingssalvo is bepalend voor de vaart in het debat: Je kunt humor gebruiken, of een anekdote, persoonlijke ervaring: alles wat de aandacht trekt en relevant is voor je standpunt en de Argumenten daarvoor. Het moet geen gebakken lucht zijn. Het geeft vaart en context aan je argumenten die horen bij je standpunt. Het standpunt is wat je wil en de argumenten is waarom je dat wil.

We hebben het bijvoorbeeld geoefend met een standpunt voor een vuurwerkverbod, en argumenten rondom alle leed en schade die dat teweeg brengt. Maar sommige mensen vinden vuurwerk afsteken gewoon erg leuk, sparen ervoor en kijken er het hele jaar naar uit. Nou ja, een levendig debat volgt. Tenminste, als je de regels van het debat blijft volgen en je dicht bij je eigen standpunt blijft. Ga niet mee met de ander – ga niet direct vragen stellen waarmee het standpunt van de tegenstander wordt versterkt. En dit is dan TIP 1: neem gewoon de tijd voor je eigen standpunt en gebruik ook de drie A’s.

De A’s sluit je af met de A van Appél: een sturende vraag waarin je eigen argument zit: hoe vaak willen we nog kinderen zonder vingers zien in het achtuurjournaal van 1 januari? En nee: het Appél is niet je standpunt (als dat nu nog niet duidelijk is…).

Op het Appél volgt dan de reactie van de tegenpartij: wat vind jij, wat is jouw standpunt. En dan kan het debat beginnen.

En daarom ga je dus naar een training. Zo’n middagje is bedoeld om in de top-10 valkuilen te vallen: je standpunt is vaag of niet helder, de argumenten zijn krom, er wordt te veel bijgehaald, je gaat te veel met de opponent mee, je trapt in een waslijst van drogredenen, je schiet in de verdediging, je vergeet je eigen standpunt en je vergeet of bent je niet bewust van je eigen sterkste punten. Dat zijn allemaal valkuilen waarmee je van je standpunt kunt vallen of in drogredeneringen kunt verdwalen.

Om uit zo’n valkuil te komen kun je brugzinnen gebruiken. Die beginnen niet met “maar….”; beter is “en…” te gebruiken. Met een brugzin neem je de regie terug in het debat (en… het is gewoon leuk vuurwerk. Het is iets magisch. Dat kun je niet 1-2-3 afschaffen… het is traditie…). Antwoord met een brugzin: klopt! Het is traditie, en dat is geen reden voor vuurwerkslachtoffers. Wel om te kijken naar een leuk alternatief, want (…).

Valkuilen door drogredenen met brugzinnen te over: vals dilemma, uitvoeringsblokkades, overhaaste generalisaties, persoonlijke aanvallen, hellende vlakken, stromanwoorden, bewijslastverschuiving, ga zo maar door.

Daarom ga je dus naar zo’n debattraining, want in de praktijk vormen de drogredenen een eindeloos lange lijst.

 

De belangrijkste eyeopeners, de takeaway pints, voor mij zijn er drie:

  1. Blijf dicht bij je standpunt (dus denk daar goed over na) en hou dat kort, krachtig en puntig scherp.
  2. De omkering: je bouwt de redenering op rondom de waaromvraag van je argumenten en draait deze daarna om, zodat je begint met een universeel metastandpunt waarover men het snel eens is (niemand wil jonge vuurwerkslachtoffers zonder vingers, toch?).
  3. Je kunt de debattechnieken ook gebruiken bij interviews, bijvoorbeeld door te zeggen dat je een speciaal standpunt inneemt (advocaat van de duivel spelen…).

Ik vond het een perfecte start van het jaar, deze debattraining, en ga zeker nog wat scherper letten op wat ik geleerd en ervaren heb. En het was ook nog erg gezellig. Leuke mensen die wetenschapsjournalisten. Wanneer is er een volgende cursus?

(foto's: Bart de Haas)