Nieuws

Verslag 'stikstofdebat'

Op 19 mei organiseerde Enith Vlooswijk een ‘stikstofdebat’ voor leden van de VWN, naar aanleiding van het boek ‘De Stikstoffuik’ van Arnout Jaspers. Het werd een verrassend leerzame, vermakelijke en gezellige avond.

Door Marlies ter Voorde

Als je je niet op twitter bevindt maar in het bovenzaaltje van een leuk café, het doel van de sprekers niet is om punten te scoren maar om argumenten uit te wisselen en Diederik Jekel de gespreksleider is, dan kan er zelfs een rustige discussie ontstaan over een gevoelige kwestie als het stikstofprobleem in Nederland. Dat bleek vrijdagavond 19 mei tijdens het ‘stiktofdebat’, dat Enith Vlooswijk had georganiseerd voor leden van de VWN.

Aanleiding voor de bijeenkomst was het boek ‘De Stikstoffuik’, waarin natuurkundige en wetenschapsjournalist Arnout Jaspers de aanval opent op het stikstofbeleid van Nederland. Het stikstofprobleem wordt overdreven, betoogt Jaspers in dit boek - dat dit voorjaar enkele weken op nummer 1 stond in de bestsellerlijst - en de stikstofregels zijn keuzes die niet wetenschappelijk onderbouwd en tamelijk bizar zijn.

Die standpunten leidden tot een felle woordenwisseling in de mail-discussiegroep van VWN. De bijeenkomst in café Se7en in Utrecht was bedoeld om de kwestie ‘live’, en dus hopelijk wat beschaafder, te bespreken.

Naast Jaspers waren de sprekers hoogleraar Earth Surface Science Franciska de Vries van de Universiteit van Amsterdam, landbouw- en milieujournalist Joost van Kasteren en juridisch adviseur Valentijn Wösten, die Johan Vollenbroek en zijn milieuorganisatie MOB als advocaat bijstond toen die naar de Raad van State stapten om het PAS (Programma Actie Stikstof) aan te vechten en concrete acties van kabinet af te dwingen.

Verontwaardiging

Jaspers schreef zijn boek uit verontwaardiging, antwoordde hij op de eerste vraag van Jekel. Wat hij wist over het stikstofprobleem had hij uit de media, maar toen hij zich er iets meer in verdiepte kwam hij er snel achter dat hij maar het halve verhaal kende.

De natuur staat op omvallen! Er kan geen grammetje stikstof meer bij! En de boeren blijven maar uitstoten! Dat lees je overal, zei Jaspers, maar in werkelijkheid is de stikstofuitstoot al dertig jaar aan het dalen, in 1990 was deze drie keer hoger dan nu. ‘En of de biodiversiteit werkelijk achteruitgaat is verschillend per gebied, en correleert maar zwak met de stikstofuitstoot in die gebieden. Het gaat ook om zaken als de waterhuishouding of de versnippering van het landschap.’

Daarnaast stoorde Jaspers zich aan de Nederlandse grenswaarde voor stikstofuitstoot, die geldt bij het verlenen van nieuwe vergunningen en voor veel bedrijven betekent dat ze jaarlijks maar 0,07 gram stikstof per hectare mogen uitstoten. Deze waarde is volgens Jaspers nergens op gebaseerd, en veel lager dan in bijvoorbeeld Denemarken of Duitsland. Het werd tijd dat het publiek dat ook te weten zou komen, vond hij.

Verschil van mening

De Vries bleek het op een aantal punten met hem eens. Nee hoor, de natuur staat helemaal niet op omvallen, beaamde ze, en de grenswaarde heeft inderdaad geen ecologische basis, dat is een juridische constructie. Ook klopt het dat de uitstoot dertig jaar geleden drie keer hoger was dan nu.

‘Maar die reductie is voornamelijk in de jaren ’90 behaald’, vulde ze aan, ‘en inmiddels is de daling gestopt.’ De uitstoot is nog steeds te hoog, stelde De Vries, ongeveer 90 procent van de habitattypen in Nederland verkeert in een ongunstige ‘staat van instandhouding’. Daar gaat het dus niet goed mee, in gewone mensentaal. Dat is niet altijd een gevolg van stikstofdepositie, maar met name in de meer open gebieden vaak wel. Zolang de depositie blijft doorgaan accumuleren de effecten, met  onder meer verzuring van de bodem als gevolg.

 Stikstofdepositie is in Nederland een probleem, stellen uiteindelijk zowel Jaspers als De Vries, maar over hoe groot het probleem is verschillen ze van mening. De Vries: ‘Dat is deels iets persoonlijks, hoeveel is natuur je waard? Maar bedenk wel dat, als de verscheidenheid in natuurgebieden verdwijnt, de natuur in zijn geheel ook minder weerbaar wordt. En dat we de diversiteit in de natuur ook voor belangrijke toepassingen gebruiken, bijvoorbeeld het bestendiger maken van landbouwgewassen tegen droogte.’

Overheidsbestuur

Hoe kunnen we het stikstofprobleem te lijf? Toen Jekel deze vraag opwierp kwamen ook de andere twee sprekers, Wösten en Van Kasteren, erbij zitten. De grenswaarde speelt een belangrijke rol, zei Wösten. ‘Dat getal 0,07 heeft op zich inderdaad weinig waarde, maar het is waar de rekenmodellen mee kunnen werken. Het had ook nul kunnen zijn. Waar het om gaat is dat er érgens een grens moet trekken, en dat die laag moet zijn. Als je getal het hoger maakt, gaan ál die bedrijven weer net een beetje extra uitstoten, en dat telt op.’

Van Kasteren memoreert de tijd dat de stikstofuitstoot wél daalde. In die tijd moest elke boer voldoen aan een mineralenbalans op zijn bedrijf. Wie toen teveel stikstof uitstootte, moest betalen. ‘Dat werkte. Dat zouden we dus weer in moeten voeren – ook volgens het eerste advies van de Commissie Remkes’, zegt hij. Ongeveer de helft van de stikstof die een boer inkoopt om zijn gewas te laten groeien, eindigt niet in de plant, dat kan veel beter. Van Kasteren: ’Een beleid waarbij de boeren slechts een bepaald aantal dieren per hectare mogen houden is te kort door de bocht, want de balans scheelt per gebied. Beprijzen van mineralen, of ze nu in kunstmest, dierlijke mest of compost zitten, kan een prikkel zijn voor het efficiënter benutten van meststoffen.’

Wösten vindt dat geen goed idee. Hij pleit voor simpele regels, waar geen ingewikkelde boekhouding aan te pas komt. Die zijn beter te handhaven, en lastiger om mee te sjoemelen. Het grootste probleem van Nederland is een uitermate zwak openbaar bestuur, zei Wösten. Het was een van de weinige stellingen van de avond waar geen enkel weerwoord op kwam.

Toon

Wat Jekel nog wel graag van Jaspers wilde weten: vanwaar de aanvallende, ongenuanceerde toon van het boek, waarin zelfs de integriteit van sommige wetenschappers in twijfel wordt getrokken? ‘Als freelancer hoef ik me niet naar mijn werkgever te voegen’, antwoordde Jaspers. ‘En nu ja, het zit ook een beetje in mijn natuur.’ Zijn boek is bedoeld als pamflet of polemiek, stelt Jaspers. ‘Net zoals veel columnisten de boel op scherp stellen door in de aanval te gaan, doe ik dat ook. Als ik een heel genuanceerd boek had gemaakt had er niemand geklaagd, maar had ook vrijwel niemand het gelezen.’

Linkse journalisten

Na de pauze was er nog even tijd om naar onze eigen rol – dus dat van de wetenschapsjournalist - te kijken. Nadat eerst uit een korte survey was gebleken dat de wetenschapsjournalisten in de zaal voornamelijk links stemden – waar niemand verbaasd over was – lag de vraag op tafel of we ons wellicht soms teveel door onze eigen overtuigingen lieten leiden bij het schrijven van verhalen.

 ‘Word je niet vanzelf links, als je steeds van wetenschappers hoort hoe de wereld ervoor staat?’ ‘Houd je dan wel in gedachten dat de meeste wetenschappers óók links zijn?’ ‘Wat wil dat dan zeggen?’ en ‘Hoezo wordt in Nederland milieubewust en links toch altijd als synoniem beschouwd?’, waren de vragen die hierbij opborrelden.

Antwoorden kwamen er niet. Het was tijd voor de drank.

+++

Nog meer lezen over deze avond? Eef Grob deed live verslag via Mastodon, dat je nu in dit Google-document kunt teruglezen. Daarnaast schreef Aafke Kok een artikel voor Bionieuws.